De rozenpluktuin
De bloembinders onder ons kunnen niet genoeg rozen hebben om te knippen. De snijrozen die u in de bloemenwinkel vindt, zijn meestal in kassen geteeld of werden uit warme landen overgevlogen. Gelukkig kunt u zo goed als alle rozen als snijbloem gebruiken. En niet alleen de bloeiende rozen, maar ook de rozenbottels die bij botanische rozen, bottelrozen en de meeste botanische rozen vanaf de nazomer in groten getale verschijnen, lenen zich voor grootse boeketten. In feite is dus elke rozentuin een rozenpluktuin.
Van korte naar lange stelen
Een groot aantal van de rozen die de snijbloemenkwekers tot aan de tweede wereldoorlog teelden hadden korte stelen. Een beroemde snijroos was de enigszins vorstgevoelige klimroos ‘Maréchal Niel’. Deze klimroos vertoont een beperkte nabloei. De stelen van deze dikke, gevulde gele roos zijn kort, vaak niet langer dan 25 cm en tamelijk dun. Het is een heerlijk geurende roos en voor die tijd een haast perfecte snijroos. Rozen werden in die tijd vaak in kleine boeketjes gestoken, mochten sierlijk over de rand van de vaas hangen of werden in kransen gebruikt. De stelen hoefden dus niet lang te zijn en de geur drong luchtjes naar de achtergrond. Een reden waarom ze vaak in rouwkransen werden verwerkt, vooral in Parijs. Pas na de tweede wereldoorlog gingen veredelaars zich toeleggen op snijrozen met lange stelen. Net als de vrouw werd de roos slanker. In die periode ging de modewereld zich immers met de rozenconcours bemoeien. Rozen die in de prijzen vielen kregen namen als ‘Fashion’. In het begin van de jaren ’50 kwam een rode snijroos op de markt die decennia lang furore zou maken. Men sprak in de bloemenwinkel of het bloemenstalletje niet meer van een rode, men kocht een ‘Baccara’ op lange stelen. Nu bezegelen andere rode snijrozen jonge en oude passie. De jongste jaren kregen de snijrozen vaak verrassende pasteltinten, zelfs rozen met enigszins afgewassen en gepatineerde tinten maken opgang.
Uit de tuin
De meeste andere commerciële snijrozen zullen in de tuin vermoedelijk weinig voldoening schenken. Deze rozen zijn immers speciaal geselecteerd op eigenschappen waaraan snijrozen voor de bloemenhandel moeten voldoen, een langere houdbaardheid bijvoorbeeld en ongevoeligheid voor transport. Ze zijn niet voldoende gehard tegen slechte weersomstandigheden. De snijrozen die vaak internationaal verhandeld worden en op veilingen worden aangeboden zijn daarom niet meer geschikt om in tuinen te groeien. Het aanbod wijzigt ook volgens de modetendensen die behoorlijk grillig kunnen zijn. Gelukkig blijven de meeste tuinrozen goede snijrozen, die ook lang mooi blijven in de vaas en vaak origineler zijn en meer charme bezitten, zelfs als ze een schoonheidsvlekje vertonen omdat het gisteren zo nodig nog even moest stortregenen.
Boeketten uit de eigen tuin kunt u dan ook gemakkelijk herkennen. Ze bevatten ook trosrozen en rozen met enkelvoudige bloemetjes in alle tinten van de regenboog, behalve zuiver blauw, een kleur die geen roos echt bezit, behalve wanneer u de bijgekleurde catalogi van sommige kwekers wilt geloven. En omdat elke roos zich leent voor de vaas, hebt u de keuze uit vele duizenden cultivars. Ook de bekende ‘New Dawn’ is een goede snijroos, al was het maar omdat ook zij, voor een klimroos althans, vrij lange strelen bezit. Bovendien bestaan er rozen waarvan de tros uit zoveel bloemen bestaat dat één tros al bijna een boeket vormt. Dat is onder andere het geval voor de rozen ‘Nina Weibull en Wettra’. Het zijn tevens sterke perkrozen. Vooral naar het einde van het seizoen toe zijn de veelbloemige trossen ervan indrukwekkend. Ze tellen dan dertig bloemen per tros, mooi dicht tegen elkaar gerangschikt alsof ze door een volleerde bloembinder gebonden werden.
Rozen knippen voor de vaas
Wanneer u rozen van doorbloeiende perkrozen afsnijdt, doe het dan boven een vijftallig blad. Dat is een blad met vijf deelblaadjes. In de oksel daarvan loopt dan even later een stevige knop uit waaruit opnieuw een krachtige stengel met nieuwe rozen ontstaat.
Botanische rozen zullen vaak meer deelblaadjes bezitten. Ze bloeien vaak niet echt door. Hier kunt u deze truc dus niet toepassen. Wanneer u trosrozen plukt, doe het dan bij voorkeur wanneer een of enkele rozen open zijn. De andere zullen ontluiken in de vaas. Rozen plukt u best ’s ochtends of laat in de avond, al zullen ook rozen die u overdag plukt redelijk goed houden. Rozen zijn immers zonnekloppers.
Plukrozen in de moestuin
Zelfs in een moestuin voelen rozen zich thuis. Ze hebben immers graag een goed bemeste bodem en een moestuin ligt voor het overgrote deel in de volle zon. Daarom zijn het ideale planten om een bloeiend scherm te maken tussen de moestuinbedjes. Vermist een moestuin een opbrengsttuintje is, waarin vaak ook een snijbloemenhoekje aanwezig is, kun u er naar believen snijrozen oogsten. Ook solitaire struiken zullen het in de moestuin goed doen. Uw moestuin zal er veel mooier op worden.