De formele rozentuin

Als u van symmetrie houdt, geschoren hagen in strakke lijnen, kortom een keurig verzorgde, rationele siertuin, dan is de formele stijl wat je zoekt. Ook in een kleine tuin, zelfs een voortuin kan deze stijl tot zijn recht komen. En perkrozen, stamrozen maar ook priëlen in een strakke geometrische vorm waar klimrozen hun weg zoeken, keurig gesnoeid en aangebonden, passen in een strak concept.

Geometrie en symmetrie

Een groot aantal Franse, Italiaanse en Portugese tuinen zijn formele tuinen, gekenmerkt door een doorgedreven architectuur. Typisch zijn relatief grote grasvelden met geometrische buxusparterres die perfect symmetrisch ten opzichte van de hoofdas van de tuin liggen. Hier vindt u geen wuivende borders. De tuin is overwegend groen. Soms zullen de parterres wel met bloeiende planten gevuld zijn. In dat geval wordt er maar één of hooguit twee soorten gebruikt, bijvoorbeeld lavendel of vrouwenmantel, of rode perkrozen. Ondanks de soms felle kleuren van de rozen, doet een Franse tuin enigszins koel aan. De tuin is meestal omzoomd met hagen van beuk, haagbeuk of taxus, of met stenen muur.

Formele tuinen vormen een abrupte breuk met het omringende landschap. Toch zijn er vaak vista’s op het achterliggende landschap, zodat je vanaf het huis of het terras ver in het landschap kunt kijken.
Soms wordt dat formele aspect van de buxushegjes doorgetrokken tot de ‘potager’, de eveneens geometrisch opgebouwde moestuin. Groenten als kolen en bijvoorbeeld warmoes (snijbiet) nemen dan de rol van rozen of lavendel in de parterres van de siertuin over.
Een formele tuin verandert niet sterk doorheen de seizoenen. Dat heeft als voordeel dat de structuur ook in de winter perfect overeind blijft. Het nadeel is dat er weinig verrassende elementen zijn. Planten met een ongedwongen, nonchalante groeiwijze die niet in vorm kunnen gesnoeid worden, horen niet thuis in de formele tuin. Al kan een spontaan groeiende liaanrozelaar in bloei een subtiele tache de beauté zijn.
In een formele tuin horen vooral wintergroene planten als buxus en taxus. Door de talrijke heggen, de parterres en de relatief grote gazons, zal snoeien en grasmaaien een groot deel van het tuinwerk uitmaken. Ook als u die tuin vult met perkrozen, zult u vaak moeten snoeien. En wanneer de rozen volop bloeien kunt u het niet nalaten de verwelkte bloemen te verwijderen. Keurigheid is nu eenmaal het handelsmerk van een formele rozentuin.
Vaak worden ook de potten in de tuin en op het terras symmetrisch geplaatst. Vooral gietijzeren vazen in Empirestijl en versaillebakken zijn in trek. Ook de paden lopen recht en staan haaks op elkaar. Zelfs de tuinmeubelen zijn rechtlijnig van snit. Op de zichtassen staan beelden, liefst klassieke sculpturen. Klimrozen groeien er vaak tegen vlakke houten trellis die losstaan of aan muren zijn bevestigd. Naast snoeien en grasmaaien zult u veel aandacht moeten besteden aan het absoluut onkruidvrij houden van de geometrische, keurig getrimde tuin. Je kan dus moeilijk stellen dat een formele rozentuin onderhoudsarm is.
Een uitgekiend plan

Wanneer u zou gewonnen zijn voor een formele rozentuin dan is het plan uiteraard van het allergrootste belang. Ga niet over het ijs van één nacht en vraag, wanneer u zich er zelf niet toe geroepen voelt, een ontwerp aan een tuinarchitect met ervaring. Hebt u zelf zin voor verhoudingen of wenst u uw eigenste stempel op de snit van de tuin te drukken, dan kunt u op een mooie dag achter uw bureau plaatsnemen en beginnen te tekenen. Een potlood, een lat en zogenaamd millimeterpapier zijn absoluut noodzakelijke instrumenten. De plantschop is voor later. Ik ben er zeker van dat u waaarschijnlijk vaak met het gummetje aan de slag zal moeten. Ga ervan uit dat symmetrie en duidelijke assen de basis van uw ontwerp zijn. Ik kan me voorstellen dat u bij een moderne woning met een al even rechtlijnige architectuur, die vaak ook alle wetten van de symmetrie respecteert, kiest voor een formele tuin. Ga regelmatig naar buiten wanneer u uw ontwerp op papier zet en kijk naar het huis. Ga dan weer naar binnen en gooi een blik door de ramen, want uw ontwerp zal rekening moeten houden met de zichtassen die u vanuit de ramen hebt en met de plaats van de deur en desgevallend ook met het terras. Wanneer het huis boven het maaiveld staat, kan het interessant zijn de tuin niet op te hogen zodat u later van het terras schuin naar beneden kijkt op de tuin met zijn parterres en rozenperken. Dan komt de architectuur van de tuin nog mooier tot haar recht. Voor de bestrating kunt u kiezen voor hardgebakken klinkers of zogenaamde blauwe natuursteen of arduin. Als is deze laatste optie wel erg duur. Beterkoop en ook mooi is een halfverharding van gemalen dolomiet. Temeer omdat dit kalkgesteente, dat heel langzaam verweert, ook wat kalk aan de bodem toevoegt. Vooral buxus en ook rozenstruiken zullen daar hun voordeel mee doen. Bovendien geven dolomietpaden een zuiders tintje aan de formele tuin. Misschien moet u ook het volgende in overweging nemen wanneer u aan de geïmproviseerde tekentafel zit: een formele tuin dient sober te zijn. Werk dus niet teveel kronkels en tierelantijntjes in uw ontwerp en begroot de perken waarin rozen zullen bloeien niet te klein. Tenzij u een echte rococotuin beoogt. Wanneer u slechts een kleine voortuin formeel wenst aan te leggen, moet u het ontwerp alleszins eenvoudig houden. In dat geval kunt u centraal in de perkjes een stamroos voorzien als verticale structuur. Uiteraard zijn ook piramiden van buxus of taxus geschikt om het voortuintje een geknipt reliëf te bezorgen.

Een beperkt kleurenspel

Het mooiste formele ontwerp zal haast altijd verknoeid worden wanneer u rozen kiest in een kakafonie van kleuren. Wel is het zo dat de wonderen de wereld niet uit zijn en dat sommige tuinliefhebbers er in slagen tegenstellingen met bravoure met elkaar in harmonie te brengen. De klassieke formele rozentuin is echter niet alleen sober van snit, maar ook sober van kleur. Eén rozencultivar per perk in aangewezen, tenzij u ook stamrozen voorziet. Omwille van de symmetrie zult u waarschijnlijk kiezen voor dezelfde rozencultivar in rozenperken die tegenover elkaar langs de hoofdas liggen. Heel mooi kan een centraal prieel zijn dat rond of vierkant kan zijn en waar u al dan niet klim- en liaanrozelaars langs laat groeien. Wanneer u er de plaats voor hebt, neem het dan voldoende groot zodat u er een tuintafel en stoelen kunt plaatsen. Een dakplataan of een andere boom is eveneens een optie om een centraal punt te markeren. En wanneer u inspiratie vindt in Italiaanse ontwerpen dan is een formeel waterbekken zonder meer een schitterend idee. U merkt het, een formele rozentuin hoeft alles behalve saai te zijn. De fantasie zit hem vooral in het ontwerp. Al zijn zelfs perkrozen in volle bloei vaak speelser dan u op het eerste zicht zou denken.

Perkrozen kiezen

Perkrozen moeten, in mijn visie althans, duidelijk van tint zijn. Tweekleurige rozen als ‘Double Delight’ en fantasietjes als ‘Masquerade’ die oranje en geel combineren en bij het uitbloeien van kleur verschieten, lijken me geen ideale rozen voor een formele tuin. Uitzonderingen zijn rozen waarin dat kleuren- of tintenspel harmonische nuances vertoont. Ik denk daarbij aan rozen die roze en gele nuances vertonen. Dat tintenspel vindt u terug in de overbekende ‘Mdm Meilland’ en rozen als ‘Waverland’. Over smaken en kleuren valt nu eenmaal niet te discussiëren. Rode rozen passen mooi tussen buxus en taxus. Gele rozen doen de tuin oplichten en gele en okerkleurige tinten zijn vaak opbeurend. Ze doen zuiders aan, een gevoel dat bij de roos en een formele rozentuin als gegoten past. Toch is het niet zozeer de kleur die uw keuze zou moeten bepalen, wel de vorm van de bloem en de groeiwijze.

De grootbloemige theehybriden zijn van oudsher toppers voor perken. Kies rozen die elegant uit een slanke knop ontluiken. De struiken moeten stevig en goed vertakt zijn en van nature ongeveer even hoog groeien, wanneer u ze correct hebt gesnoeid. Misschien moet u eens een formele rozentuin bezoeken om uw definitieve keuze te doen, want al is het aanbod overweldigend, de toppers zijn niet zo talrijk. Andere rozen die in ons klimaat over het algemeen goed voldoen en mijn voorkeur genieten omdat ze meestal rijker bloeien, zijn de trosrozen, de zogenaamde floribunda’s en polyantha’s. Kies vooral voor goed struikende, eerder lage perkrozen, die niet te hoog boven de hegjes van buxus uittorenen. Voor kleine perken genieten de zogenaamde minifloribunda’s de voorkeur. Ze worden niet hoger dan 40 cm en hun gebrek aan hoogte wordt meestal rijkelijk gecompenseerd door een opvallend uitbundige bloei. Ook zijn er een aantal rijkbloeiende moschatahybriden die vrij laag blijven en sprankelend en langdurig bloeien. De kleinere bloemen, bij een aantal cultivars enkel, bij andere dubbel, staan in veelbloemige trossen. Ze zijn vaak opvallend regenbestendig, een niet te versmaden pluspunt in ons zeeklimaat. Wanneer rozen lekker geuren en een tuin een heerlijk parfum schenken is dat een goede eigenschap. Er is echter vaak een tegenstelling tussen geur en de regenbestendigheid van de bloemblaadjes. Over het algemeen geldt dat geurende rozen dunnere bloemblaadjes bezitten die sneller last hebben van aanhoudende regen.

Wie de formele tuin wil aanvullen met stamrozen, kiest best uit de gedrongen grootbloemige en rijkbloeiende cultivars van theehybriden en trosrozen. Hou ook de volgende tip in gedachten, want succes met rozen, ook met perkrozen staat of valt ermee: plant rozen nooit te dicht en snoei het hart van de rozen open, want rozen houden van wind en zon dat liefst tot in de ‘ziel’ van de struik moet kunnen doordringen. Een goede vuistregel is de volgende: plant perkrozen bijna even ver van elkaar als de hoogte die ze zullen bereiken.