Rozen, liefde en romantiek
De roos was van oudsher het symbool van liefde en schoonheid. De Grieken wijdden haar aan Aphrodite, de Egyptenaren aan Isis en de Romeinen aan Venus. Vierhonderd jaar voor onze jaartelling stond er al een ontluikende roos afgebeeld op de munten uit Rhodos. In het decadente Rome lieten de rijken scheepsladingen rozen uit Egypte overvaren om te kunnen slapen in een geurig bed van rozenblaadjes. De eerste christenen huiverden van de reputatie van de roos, die in de vroege middeleeuwen dan ook naar de achtergrond verdween. In de 13de eeuw bloeit de roos opnieuw. In de Roman de la Rose is ze de geliefde zelf. Nadat de roos een tijdje symbool was van de marteldood, werd ze in de Renaissance het zinnebeeld van de wetenschap. Die oude rozen bloeiden vooral in juni, hevig maar kortstondig. Anders was dat met sommige Chinese rozen, die in de 19de eeuw naar Europa werden gebracht, een gebeurtenis die prettige gevolgen zou hebben voor alle rozenliefhebbers! De Chinese rozen bloeiden immers door van juli tot diep in september.
Een edeldame die dol was op rozen was Joséphine de Beauharnais, de eerste vrouw van Napoleon, keizerin van Frankrijk. In haar kasteel in Malmaison verzamelde ze van 1799 tot haar dood in 1814 allerlei rozen. In Malmaison stonden vooral botanische rozen en albarozen, mosrozen, gallicarozen, centifoliarozen en damascenerrozen. Al deze soorten, variëteiten en vroege cultuurrozen hadden het nadeel dat ze niet of nauwelijks doorbloeiden. Joséphine kreeg ook Chinese rozen toegezonden. Het verhaal gaat dat Napoleon er zelfs een wapenstilstand met aartsrivaal Engeland voor over had om een schip met Chinese rozen voor Joséphine doorgang te verlenen. Jammer genoeg bleken die rozen in ons klimaat niet winterhard. De rozen uit Joséphines tuin werden in aquarellen vereeuwigd door de uit St-Hubert in Wallonië afkomstige Pierre Joseph Redouté, de beroemdste bloemenschilder aller tijden. En de roos bloeide voort. De naar thee geurende Chinese rozen leverden waardevol stuifmeel zodat er nieuwe cultivars ontstonden die in meer of mindere mate doorbloeiden, een hele zomer lang. Dat leidde tot het ontstaan van remontanthybriden en later tegen het einde van de 19de eeuw tot de theehybriden. Dat werden de eerste winterharde rozen die lang, heel lang doorbloeien.