Sommige bomen lenen zich beter voor één of de andere vorm. Voor een vrijstaande leiboom gebruik je een stevig onbuigbaar frame, tegen een muur kan je met stevige draad werken.

De meeste leibomen worden bij ons voorgeleid aangeboden met een stamhoogte van 150, 180, 200 en 220 cm, gemeten van de grond tot aan de onderste vertakking.


Leilinde
, Amberboom (Liquidambar), Plataan, Sierappel of Sierpeer worden in de winter gesnoeid zodat de horizontale leivorm zichtbaar blijft. Elke opstaande tak wordt teruggesnoeid tot op de horizontaal geleide armen. Het is een jaarlijks karwei, maar noodzakelijk omdat de opgaande takken anders te dik worden en de leivorm verloren gaat.

De afstand tussen de horizontale takken is ±40 cm. De stamhoogte tot aan de onderste vertakking tussen 1,5 en 2,2 meter.


Om het effect van een haag op poten te verkrijgen werken we met Groene Beuk, Rode Beuk, Haagbeuk of Veldesdoorn (Acer campestre). De vertakkingen van deze soorten zijn fijner zodat ze, in een frame geleid, perfect elektrisch kunnen geschoren worden zoals een gewone haag. Je hoeft dus niet elke tak afzonderlijk weg te snoeien tot op de horizontale armen. Er is dus veel minder werk aan dit type leibomen.

De vertakkingen worden tegen het frame geleid. De stamhoogte tot aan de onderste vertakking tussen 1,5 en 2,2 meter.