Wat doe je in je tuin in januari?
In deze maand mag je alleen kijken naar de winterbloeiers. Je mag er ook je neus in steken, want velen onder hen geuren heerlijk. Probeer zo weinig mogelijk werkzaamheden te verrichten, tenzij misschien infrastructuurweken, zoals het optrekken van een nieuwe kas. Controleer overwinterende bloembollen op rot en hoop op een laagje sneeuw dat de planten hoe dan ook bescherming biedt.
- Kijk het tuingerei na en geef de grasmaaier een onderhoudsbeurt. Wanneer je er zelf niet veel kaas van gegeten hebt, breng hem dan naar een vakman.
- Maak tuinplannen en pluis zaadcatalogi na.
- Stel een teeltplan op voor de moestuin. Misschien kun je tijdens de lange winteravonden je tuinboeken nog eens nalezen. Bestel nu reeds zaden van groenten en eenjarigen, vooral van minder courante planten.
- Voeder de vogels met vetrijke zaden en spijzen. Zorg dat het voederplankje katveilig is. Wanneer je er vanuit de huiskamer zicht op hebt kun je de vogels bewonderen die in je tuin een overlevingspakket vinden.
- Zet winterbloeiende kamerplanten op een lichte, koele plek uit de zon.
- Spit als het zacht weer is en er geen vorst in de grond zit. Noodzakelijk is dat niet, maar ja, als je niet kunt stilzitten…
- Geef fruitbomen een winterbehandeling met minerale oliën tegen bladluizen en begin met de wintersnoei van de fruitbomen op dagen dat het niet vriest.
- Geef kamerplanten niet de minste voeding meer. Omdat het licht schaars is zit er nauwelijks groei in. Ook zij hebben veelal nood aan een rustperiode.
- Hou de op een koele plek overwinterende kuipplanten aan de droge kant en controleer ze op reeds uitkomende luizen en andere vraat.
- Snoei kasdruiven, want de sapstroom zal in februari reeds op gang komen. Snoei vooral niet aan okkernotenbomen, esdoorns en kiwi’s. Ze zouden erg beginnen te bloeden.
- Zaai zomerprei en vroege wortelen in platte bak. Als je over een bodemverwarming in de kas beschikt, kun je tegen het einde van de maand schoorvoetend beginnen met het zaaien van eenjarige planten die je snel in bloei wil hebben.
- Bewaar het snoeihout van fruit- en andere bomen als rijshout voor erwten of als plantensteun in de borders.
- Geef na een periode van vorst water aan de winterbloeiende struiken die in pot op het terras staan. Een vorstperiode kan de kluit behoorlijk uitdrogen.
- Als strenge vorst optreedt moet je buxusstruikjes in pot afdekken met vliesdoek of ze naar binnen brengen, want de kluit is zo goed als onbeschermd.
- Geef nu of in februari kalk aan het gazon wanneer je op enigszins zure of op neutrale grond tuiniert. Kalk gaat ook de mosvorming tegen.
- Strooi een weekje later wat gezeefde compost tussen de grassprietjes. Het gazon wordt erdoor geëgaliseerd en de micro-organismen verwerken de viltlaag.
Barsten in het ijs
Misschien zorgt een sneeuwtapijt wel voor een tuin als een onbeschreven blad waarop je jouw stoutste tuindromen kunt tekenen. En als winterzoet en kerstroos bloeien, zitten er barsten in het ijs.
Een hartverwarmend winterwerkje
Sneeuw is het ideale winterdek voor alle vaste planten en gevoelige tuingewassen. Maar in onze streken is sneeuw eerder uitzondering dan regel. Een bedekking van stro of droge bladeren kan de weldoende werking van een sneeuwlaag vervangen.
Een groot aantal vaste planten, de zogenaamde koudkiemers kunnen nu worden gezaaid. Koudkiemers zijn onder andere doorlevende riddersporen, monnikskap, Zeeuws knoopje, kruisdisel, sleutelbloem, Tiarella, Sanguisorba en de meeste rotsplantjes. Zaai koudkiemers in een teiltje met voorverpakte zaai- en stekgrond en plaats het buiten op een beschutte plek of in een koude bak. Dek het teiltje na het zaaien af met een fijn laagje grof zand.
Wanneer in maart de eerste zonnestralen de lente aankondigen, kiemen de plantjes. Slakken zijn het grootste gevaar voor deze prille plantjes. Doorlevende riddersporen en vele rotsplantjes zullen al in de nazomer bloeien en met een beetje geluk kweek je tientallen vaste planten uit een zaadpakje op.
Hoop doet leven
De sneeuwklokjes bungelen de eerste malse dagen tegemoet. Onder een slordige hoop hout houdt de egel zijn winterslaap.
Wat is er mooier dan een sneeuwklokje?
Er bestaan negentien soorten en talloze cultuurvariëteiten van sneeuwklokjes, Galanthus. Slechts een beperkt aantal ervan komt in de handel. Zeldzame sneeuwklokjes zijn peperduur en ‘galantofielen’ hebben er grote bedragen voor over. Gelukkig zijn de heel gewone vormen al meer dan prachtig en het vermogen probleemloos tussen de smeltende sneeuw te verschijnen heeft het sneeuwklokje, Galanthus nivalis, heel populair gemaakt. Het is nauwelijks modegevoelig. In tal van tuinen lopen de sneeuwklokjes na een aantal jaren terug.
Dat komt vaak omdat ze te droog staan of in grond groeien die te weinig humus bevat. Sneeuwklokjes verlangen een enigszins vochtige humusrijke grond en hebben graag een plekje in de winterzon. Onder bladverliezende bomen en struiken op een enigszins vochtig plekje zullen ze zich langzamerhand vermeerderen.