Tuinkalender

Tuinieren in mei

Mei is traditioneel een drukke maand. Alles heeft blad gekregen en toch zijn er nog planten zoals de Rodgersia die pas nu door de kluiten breken. Pas daarvoor op bij het schoffelen en markeer de plant voor de volgende jaren. Het onkruid zet het grote offensief in. Wiedt bij nat weer en schoffel bij droog en houd dat vol, week na week.

  • Traditioneel worden staakprinsessen in onze contreien vanaf 10 maart aan de grond toevertrouwd. Zes tot tien bonen per staak. De kieming van staakprinsessen en snijbonen verloopt al snel bovengronds. Op natte gronden kan het geen kwaad op kleine heuveltjes te zaaien.
  • Het is nu de tijd om uitgebloeide heidestruiken bij te knippen. Dat houdt de struiken gedrongen en gezond. Het loof verjongt en zo hebt u aan het tere heidegroen nog een fraai zomers tapijt.
  • Geef de kamerplanten eens een douche. Wanneer het warm is en de regen minzaam naar beneden valt. Uitsluitend kamerplanten met gladde bladeren zijn met dat hemelwater gediend, maar die knappen er dan ook helemaal van op. Het stof wordt weggespoeld, de poriën zetten zich open en de plant ademt weer zoals het hoort. Kamerplanten met behaarde bladeren kunnen lelijke vlekken krijgen van het watergeweld. Die houden we binnen. Zet de kamerplanten weer binnen voor de avond valt. Want ‘s nachts kan de temperatuur nog tegenvallen. Pas ook op met winderig weer. Een zacht briesje is voor deze planten die binnen nauwelijks op tocht staan al een hele storm.
  • Kijk eens naar de Japanse kerselaars. Soms zie je er witbloeiende takken aan. Dat zijn takken die vanuit de onderstam groeien, vanonder de entplaats. Snoei dergelijke takken weg, evenals de grondscheuten van de rozen (die hebben duidelijk ander blad dat vaak bleker is dan dat van de cultuurvariëteit).
  • Verwijder de vruchtbeginsels op de bloeistengels van de narcissen. Wanneer u geen pompoenen en kalebassen hebt voorgezaaid in april, kan u ze half mei buiten zaaien. Leg drie pompoenpitten per plantputje, ongeveer 3 cm diep. Laat na opkomst enkel de sterkste kiemplant verder groeien. Plantafstand ongeveer 2m op 2 m. Ook courgettezaad kan op die manier gezaaid worden. Plant waterlelies pas uit als de warmte in het land is. Dan is het trouwens prettiger werken aan de vijver.
  • Hard de zelfgezaaide eenjarigen af door ze overdag naar buiten te brengen. Afrikaantjes en andere niet winterharde eenjarigen zijn erg gevoelig voor grondvorst. ‘s Nachts gaan ze nog naar binnen.
  • Steun hoge borderplanten met bamboestokken of rijshout. Want de eerste warmte-onweders staan voor de deur.
  • Spuit rozen met een aangepast fungicide tegen sterroetdauw, meeldauw en roest. Hebben uw rozen geregeld last van roest geef dan af en toe een beetje patentkali.
  • Je kunt nog doorgaan met het planten van doorlevende planten uit pot en struiken in container. Giet, bij droogte, meermaals onlangs geplante bomen en struiken.
  • Dun zelfgezaaide eenjarigen uit. En plant vanaf half mei éénjarige perkplanten uit op onbeschutte plekken waar het nog kan vriezen.
  • Zaai in de tweede helft van de maand tweejarigen zoals stokrozen, toortsen, judaspenning, vingerhoedskruid…
  • Steek bamboestokken of rijshout bij hoogopschietende borderplanten die windgevoelig zijn, en bindt de lange stengels aan.
  • De niet-winterharde kuipplanten mogen na half mei naar buiten.

De zachte schoonheid van blad

De zon is mild, de regen minzaam, het blad jong en fris. Alleen een late nachtvorst speelt de tuin soms parten.

Borderplanten steunen, peren op flessen trekken

Het overgrote deel van de borderplanten heeft last van het zotte spel van de wind. In de handel zijn allerhande metalen en soms dure systemen te koop om borderplanten te steunen. Rijshout is en blijft de goedkoopste oplossing. Steek enkele vertakte takken rond de plant en doe het nu, wanneer de planten nog laag zijn. De grillige takken van krulwilg bijvoorbeeld, zijn zeer geschikt.
In mei zijn de peertjes gevormd, weliswaar moet de traditionele junirui nog komen maar het kunststukje kan toch met goed gevolg worden uitgevoerd. Dat gaat het gemakkelijkst door een fles met een niet zo smalle hals over een peer te schuiven en ze met ijzerdraad aan zwaardere takken vast te maken zo dat de opening naar beneden wijst. De fles functioneert als een minikasje. En als alles lukt, pluk je in september een waar kunststukje uit de perenboom.

Een eerste keer buiten eten

Nu de ijsheiligen half mei naar het noorden terugkeren, is het gedaan met de nachtvorst. Koop het tuincentrum maar leeg. En al heb je slechts een balkonnetje, een fraai gevulde bloembak kan er nog wel bij.

Pompoenen en courgettes

Courgettes, pompoenen en pronkappels worden na 15 mei uitgeplant. In de Limburgse Kempen is het aangeraden nog wat langer te wachten. Ze kunnen ook nog tot begin juni worden gezaaid. Pompoenen en pronkappels zijn probleemloze groeiers die lange ranken vormen. Wanneer je de plant na het vierde blad snoeit, vertakt de plant zich en bevorder je de vruchtzetting. Courgettes groeien meestal zonder ranken te vormen en hebben veel minder plaats nodig, ze hebben genoeg aan een m². Pompoenen zet je al naargelang de soort twee tot vier m uit elkaar op rijen met twee m tussenruimte. Ze doen het goed op met stalmest verrijkte grond en op composthopen, die ze met hun grote bladeren beschaduwen. Kleine pompoenen zijn handzamer en bewaren langer. Je kunt ze op een zonnige plek ook langs bijvoorbeeld een twee m hoge draadafsluiting naar boven laten klimmen. Plant ze dan ongeveer dertig cm uit elkaar.