Tuinkalender

Maart is de eerste drukke tuinmaand

Het gonst in de tuin van hommels en bijen, wanneer je wilgen, krokussen en andere vroege bloeiers hebt staan. De lente ligt op de loer. De dag is aanzienlijk langer en er zitten al een behoorlijk aantal mooie dagen in deze maand. Laat je echter niet verleiden door te werken als een maartse bui verse sneeuw aanvoert. Je hebt niets aan een verkoudheid. Toch moet je op een mooie dag met het borderwerk beginnen.

  • Voer het tuinontwerp van je dromen uit wanneer je er door de weersomstandigheden of door tijdsgebrek nog niet toe gekomen bent. Zorg dus eerst voor de dode elementen zoals afsluitingen, paden en pergola’s.
  • Plant rozen, fruitbomen en alle winterharde planten die met naakte wortels verkocht worden. Eens maart voorbij is, is ook de beste plantperiode voor planten met naakte wortels afgelopen.
  • Verwijder de winterbedekking van gevoelige planten. Doe het snel genoeg, maar laat de bedekking nog in de buurt liggen, want niemand kan voorspellen of de winter nog aan een huiverend achterhoedegevecht begint.
  • Ga door met het poten van sjalot, ui en look.
  • Geef mest aan moes- en siertuin. Gekorrelde en samengestelde organische meststoffen van goede merken bevatten ook sporenelementen die planten absoluut nodig hebben, zij het in uiterts geringe mate. In sommige bodems spoelen ze echter snel uit.
  • Snoei rozen. De ideale periode in de laagvlakte is de eerste helft van de maand. Woon of tuinier je in koudere streken dan kan dat nog wachten. Een strikte tijd is voor deze en andere werkzaamheden niet aan te geven. Tuinieren is geen exacte wetenschap.
  • Verticuteer het veelbelopen gazon en voer zo nodig een antimosbehandeling uit. Verticuteren geeft echter een blijvend resultaat. Het geeft de wortels van de grassprietjes lucht. Het is dus vooral nodig op zware gronden. Ook nu heb je nog tijd om gezeefde compost over de grasmat te strooien.
  • Scheur in de border oude vaste planten en plant de jonge zijdelen opnieuw.
  • Vul de nieuwe vaste-plantenborders met jonge planten aan.
  • Zaai in volle grond: erwten, tuinbonen, spinazie.
  • Zaai onder koud glas: prei, bladselder en allerlei kolen.
  • Poot vroege aardappelen op het einde van de maand.
  • Plant gladiolen en andere zomerbloeiende knollen.
  • Ga verder met het verpotten van kamerplanten.
  • Neem stekken van overwinterde kuipplanten.
  • Zaai bernagie, kamille, lavas, tijm en lavendel.
  • Scheur en verplant rabarber.
  • Geef uw kamerplanten weer voeding, behalve degene die je zopas hebt verpot.
  • Schoon de borders op. Haal de planten op die je wil scheuren. Plant de jonge delen opnieuw en kieper de oude, verhoute delen in de compostbak of het compostvat. Hetzelfde doe je met alle oude plantendelen.
  • Neem op een avond de catalogus van Houtmeyers uit het rek en zie hoe je best de nieuwe lente aanpakt, het begeleid je doorheen de nieuwe lente. Wedden dat de tuin nog mooier wordt dan de voorgaande jaren.
  • Snoei zonodig de winterbloeiers die nu zijn uitgebloeid.

De lente breekt uit de kluiten

De lente bot in de bomen, ze fluit uit de struiken. We scheuren vaste planten en wandelen bedachtzaam door de tuin, met zomerdromen in het hoofd en een plantschopje in de hand.

Borderplanten scheuren

In maart beginnen de doorlevende borderplanten zich te roeren, de neuzen komen piepen. Uit de kluiten gewassen vaste planten zijn langzamerhand aan scheuren toe, oude versleten exemplaren moeten verjongd worden. Op die eerste zonnige lentedag krijg je er weer zin in. Sommige planten kun je zonder problemen uit elkaar halen, voor andere heb je een scherp mes nodig, maar de meeste laten zich slechts delen door twee stevige rieken. Dat is onder andere het geval bij vrouwenmantel en guldenroede en vele andere zodenvormende planten. Delf die plant op, steek de tanden van de beide rieken tegenover elkaar door het midden van de plant en wrik met de rieken de plant in twee delen. De middelste delen van tal van vaste planten zijn ‘versleten’. Gooi dat oude stuk weg en plant uitsluitend de jonge buitenste delen uit. Hosta’s kun je best verdelen met een scherpe spade. Doe dat elke drie à vier jaar.

De zon streelt de bodem

De lente haalt de laatste restjes stramheid uit de groene vingers. De bodem ontdooit. Voor rozelaars, strui­ken, bomen en haagplanten op naakte wortels is het nu of nooit: ze moeten voor eind maart de grond in!

Meestal kun je vanaf begin maart de zomerbloeiende struiken als Altheastruik, boerenjasmijn en vlinderstruik snoeien. De vlinderstruik snoei je best in twee keer. Verdeel daarbij de struik met een denkbeeldige verticale lijn in twee delen. Snoei het ene deel begin maart en het andere veertien dagen later. De bloei in augustus zal dan langer duren. Ook de perkrozen worden nu gesnoeid. Perkrozen snoei je tot op ongeveer 15 cm terug. Je knipt de takken best door boven een oog dat naar buiten wijst. Verwijder alle dood hout. Doe handschoenen aan wanneer je rozen snoeit en ga zorg­vuldig te werk. Ik leg de takken onmiddellijk op de kruiwagen en let er, door ervaring wijs geworden, op dat er geen van de rozentakken voor de wielen vallen. Ik heb al genoeg lekke banden moeten plakken. Van stijve klimrozen snoei je oude afgedragen takken weg. De stevige ranken van deze klimrozelaars buig je boogsgewijs uit.