Tuinkalender

Wat doe je in je tuin in oktober?

Hoewel oktober warmer is dan mei, is de herfst onherroepelijk komen postvatten in het land. Het is een tijd van inkeer. Vele planten beginnen bovengronds af te sterven. Van een groot aantal bomen, struiken en vaste planten krijgen de bladeren een onvolprezen herfsttint. Je kunt de laatste boeketten uit de tuin halen en brengt de kuipplanten naar binnen. De volgende oktoberwerkjes wachten op je onblusbare tuinijver.

  • Plaats de niet-winterharde kuipplanten in de winterberging. Sommige zoals Tibouchina en fuchsia kunnen binnen nog een tijdje doorbloeien.
  • Laat bolgewassen als Agapanthus in de pot op een vorstvrij plekje overwinteren.
  • Ruim in de moestuin koolstronken en maïsstengels op. Je kunt ze beter meegeven met de groencontainer dan ze naar de compostbak brengen.
  • Berg bonenstaken droog weg.
  • Ga door met het uit- en verplanten van vaste planten en heideplanten.
  • Begin met het aanaarden van rozenstruiken en leg een bedekking klaar van stro of coniferengroen aan de voet van gevoelige struiken en planten.
  • Zet Clivia’s koel en droog in huis tot de bloemstengel 15 cm hoog is.
  • Geef alleen tropische kamerplanten zoals Philodendron en Ficus nog plantenvoedsel. De andere zet je koeler en geef je absoluut geen voeding meer.
  • Bestel rozen, sier- en fruitbomen, maar stel het planten nog even uit tot na half november. Loop eens langs een goede kwekerij en duidt de bomen aan die je wil kopen. Niet alle amberbomen bijvoorbeeld hebben immers een even mooie herfstverkleuring.
  • Rooi knolbegonia’s en gladiolen en bewaar ze droog en vorstvrij.
  • Plant tulpen 10 cm diep en even ver uit elkaar. Doe dat zo snel mogelijk.
  • Plant viooltjes en andere tweejarigen uit.
  • Snoei loshangende klimopranken van de gevel, zodat de herfstwinden er geen vat op krijgen.
  • Laat eens een grondontleding uitvoeren, indien je de indruk hebt dat de vaste planten, bomen en struiken in de tuin niet naar behoren groeiden.
  • Plant knoflook.
  • Begin met het intafelen van witloof.
  • Vul de winterharde bakken en potten met allerhande sterke planten en dwergconiferen.
  • Breng niet winterharde potten en bakken naar de winterberging, waar je ze droog op en in elkaar stapelt.
  • Ruim de borders niet echt op. De oude stengels en verwelkende bladeren zorgen voor een goede bescherming in de wintermaanden. Spaar altijd die planten die een mooi wintersilhouet bezitten.
  • Markeer met een steeketiket planten die in de lente pas laat zullen bovenkomen of waar je extra aandacht aan wil schenken. Het ballonklokje, Platycodon grandiflorus, is zo een late plant.
  • Pot bollen en knollen op die je in de late winter en het vroege voorjaar op het terras of het balkon wil zien bloeien of binnenshuis wil voortrekken.
  • Stop met het voeden van de vissen.
  • Leg in een verloren hoekje een hoop snoeihout en bladeren op elkaar. Misschien komt er wel een egel er onder overwinteren.

Vurig is de herfst

De bessen van de vuurdoorn gloeien aan de gevels en de bomen bruinen in de najaarszon. Noten vallen en borders verwaaien. Asters en chrysanten zorgen voor de laatste boeketten uit de tui.

Borders opruimen of niet?

Sommige tuiniers laten de border in het najaar ongemoeid. Het bruine, langzamerhand schimmelende en rottende blad geeft dan een beetje winterbeschutting en de vogels zijn wat blij met de zaden. Andere tuinliefhebbers gaan ervan uit dat opgeruimd netjes staat en daar valt ook wat voor te zeggen. In het laatste geval is het raadzaam op het einde van de herfst te zorgen voor een winterdek voor de vorstgevoelige vaste planten. Ideaal is groen van coniferen als Thuja en Chamaecyparis. Je kunt ook voor een tussenweg kiezen. Haal de bruine stengels en bladeren van sterke planten weg, behalve wanneer ze een fraai wintersilhouet hebben. Dat is vooral zo voor stevige, rechtopgaande planten als Eryngium, Phlomis russelliana en zilverkaars of Cimicifuga. Rijmt het straks of ligt er een laagje sneeuw dan geven deze spookachtige gestalten een aparte charme aan de wintertuin.

De nachtvorsten komen eraan

De eerste grondvorsten roepen de exotische kuipplanten naar de winterberging. Vogels zoeken alom naar zaad en bessen. En de wilde rozelaars bottelen vele eenheden vitamine C.

Rozenbottels en bottelrozen

Vooral de wilde rozelaars pronken in de herfst met hun bottels. Er zijn er dikke bij en hele kleintjes en sommige, zoals die van Rosa moyesii, hebben de vorm van een fles. En dat is heel suggestief want rozenbottels bevatten echt een tonicum: een hoge concentratie aan vitamine C. Je kunt de rijpe rozenbottels drogen en er, wanneer ze knapperig en bros geworden zijn, de zaden en het pluis uithalen, en van het gedroogde vruchtvlees een lekkere thee trekken. Pure gezondheid tijdens de lange avonden die nu snel gaan komen. Van dikke, vlezige rozenbottels als die van de rimpelroos, Rosa rugosa, kun je lekkere en aromatische gelei koken. Heerlijk op de zondagse croissant! Die rozebottelgelei is niet alleen waanzinnig lekker, je doet ermee aan verkoudheidspreventie. De volgende soorten hebben grote bottels: Rosa pomifera, Rosa rugosa, Rosa villosa recondita en Rosa macrocarpa.